RAKET

 

RAKET (SCHOOLJAAR 2021-2022)

 
In samenwerking met Nadine Lambreghts (Het Open Poortje) worden aan onze kleuters de principes van RAKET aangebracht. een programma dit inzet op de sociale vaardigheden.
 
 

RAKET-LESJES 1 EN 2

 
AFSPRAKEN, LUISTEREN EN HET SPEELPLAATS-GOED-GEDRAG-SPEL
 
1 Afspraken 
 Tijdens de RAKET-lesjes zijn er 6 afspraken waar iedereen zich aan moet houden: 
 

      


We luisteren naar elkaar


      

We steken stil onze vinger in de lucht als we iets willen vragen


    

We zeggen alstublieft en dankuwel


       

We geven elkaar complimentjes


        

We roepen niet


      

We doen elkaar niet pijn, ook niet met woorden

 
De regels staan afgebeeld op een dobbelsteen en worden de volgende lesjes elke keer opnieuw herhaald. Kinderen die zich aan de afspraken houden, verdienen dikke duimen en complimenten!
 
2 Luisteren 
 
Eén van de afspraken is ‘we luisteren naar elkaar’. (Gewoonte 5 van de boom van Covey) Dit is moeilijker dan je zou denken! De volgende drie deelvaardigheden helpen de kinderen hierbij: 







We blijven zitten of staan    -    Ons mondje is dicht      -      We kijken naar diegene die praat


 
 
3 Speelplaats-goed-gedrag-spel 
 
Elk RAKET-lesje eindigt met een speciale speeltijd. Terwijl de kinderen spelen, delen de juffen puntjes uit aan de kinderen die leuk samenspelen (luisteren naar elkaar, regels naleven, rustig wachten, vragen of je mag meedoen, delen van het speelgoed, …). Bij elk punt dat de kinderen krijgen, wordt ook concreet benoemd waarom ze het punt hebben verdiend. Bijvoorbeeld: “leuk zeg, jullie delen een bal!”. Na het spel worden alle puntjes in een fles verzameld. Als de puntjes boven het elastiekje rond de fles komen, verdienen de kinderen een beloning! 





RAKET-LESJES 3, 4 EN 11

GEVOELENS BIJ ZICHZELF EN BIJ ANDEREN

We zijn in de RAKET-lesjes aan een nieuw thema begonnen: gevoelens. Eerst leren de kinderen de basisgevoelens ‘blij’, ‘verdrietig’, ‘boos’ en ‘bang’ herkennen bij zichzelf. Ze bootsen de gevoelens na en verwoorden hoe zij of anderen kunnen zien dat ze zich blij, verdrietig, boos of bang voelen. 





Aan de hand van een gevoelensthermometer kunnen we meten hoeveel iemand blij, verdrietig, boos en/of bang is. Als de gevoelenspijl onderaan staat, betekent dit dat je iets een klein beetje voelt. Hoe hoger de pijl, hoe meer je iets voelt. Helemaal bovenaan de thermometer ben je dus bv. Super boos. De kinderen krijgen de boodschap dat iedereen zich wel eens blij, verdrietig, boos of bang voelt: de juf, mama, papa, ….














 

We staan ook even stil bij het gevoel van een ander. Iedereen is uniek en dat is goed! We zien er anders uit, hebben verschillende voorkeuren en voelen ook soms iets anders in dezelfde situatie. Om de voorkeuren en gevoelens van anderen te weten te komen, zijn er verschillende strategieën:  

- Het vragen aan de andere.
- Kijken naar het gezicht en de lichaamstaal van de andere.
- Zich de vraag stellen: “Hoe zou ik mij voelen als dat met mij gebeurt?” 

 

Hoe kun je als volwassene je kind hierbij helpen? 

Gevoelens benoemen bij je kind. 

Opdat je kind gevoelens bij zichzelf leert herkennen en onderscheiden, kan je zijn of haar gevoelens regelmatig benoemen. Bijvoorbeeld: “Ik denk dat je je verdrietig voelt omdat je net hebt verloren. Ik kan het zien aan je gezicht, want je mondhoeken gaan naar beneden, er rolt een traan over je wang, …”. 

Bevragen hoe je kind zich voelt en hoeveel. 

Hierbij kan het helpen om je kind met zijn/haar handen te laten tonen hoe groot het gevoel is. Hoe meer we onze handen uit elkaar houden, hoe meer we iets voelen. 

Eigen gevoelens verwoorden.

Door geregeld ook je eigen gevoel te verwoorden, leren kinderen eveneens dat iedereen deze gevoelens ervaart. Gebruik hierbij voorbeelden op het niveau van je kind zoals ‘ik was vandaag blij omdat je me goed geholpen hebt  met de tafel dekken’,  ‘ik ben verdrietig omdat oma ziek is’, ‘Ik ben boos omdat er iemand gelogen heeft’,…

 

RAKET-LESJES 12-16
SPELREGELS, SAMENWERKEN, SPELINTREDE

Door het spelen van gezelschapsspelletjes en het samenwerken aan gezamenlijke opdrachten oefenen we de reeds geleerde vaardigheden nog wat verder in: 

- afspraken maken en je hier aan houden
- oplossen van problemen (bv. wie mag er beginnen?)
- rustig blijven bij frustratie (bv. een beurt moeten overslaan, verliezen, …)
- rekening houden met de wensen en voorkeuren van een ander
- luisteren naar een ander 

In de laatste RAKET-lesjes focussen we op een belangrijk aspect van leuk samenspelen: op een mooie manier vragen om mee te mogen spelen. We doen dit in drie stapjes:

1. Ik stop en ik kijk  

2. Ik vraag welk spelletje de kinderen spelen

  3. “mag ik meespelen?

Af en toe zal het antwoord op de laatste vraag eens ‘neen’ zijn. Ook hier komen de eerder geleerde vaardigheden van pas: trucjes toepassen om rustig te blijven/worden en op een goede manier het probleem oplossen. Mogelijke oplossingen zijn: even wachten, met iemand anders spelen, alleen spelen, het nog eens vragen, … 

Tijdens het laatste lesje herhalen we alle vaardigheden met een slotspel. De kinderen verdienen voor hun vele inspanningen een leuke verrassing. En er is uiteraard tijd voor een welverdiend feestje! 


C:\Users\An\Google Drive\stniklaas\Kindtraining\Stopklas\Varia\ballonnen.PNG

Wiebel en ik vonden het erg fijn om wekelijks in de klas van uw kind te zijn. Wat hebben we veel plezier gehad en ontzettend veel geleerd!