Leerlingenevaluatie

1.1.1      BREED EVALUEREN

 
Brede evaluatie gaat uit van de groei van leerlingen en volgt die groei op. Daarbij wordt de totale persoon voor ogen gehouden. We willen je kind vertrouwen geven om te leren en zich verder te ontwikkelen. Via brede evaluatie krijgt je kind inzicht in zijn eigen leerproces.

1.1.2      RAPPORTEREN

Het rapport geeft zicht op de leervorderingen en op de leefhouding van de kinderen in de school.   De testresultaten en de beoordeling van de leefhouding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en evenwaardig.   Ze geven een aanduiding over het verloop en de beïnvloeding van het leerproces.  
Het rapport wordt enkel meegegeven aan de leerlingen van het lager onderwijs.   Op de laatste schooldag van oktober, december, februari, april en op het einde van het schooljaar, krijgen de leerlingen een rapport. In de week van het rapport krijgen zij hun MUZEtas mee om ouders te rapporteren over de vorderingen binnen de muzische domeinen. Twee keer per schooljaar ontvangen de kinderen ook een ‘sportfolio’. (januari en juni)
 
Bij het laatste rapport wordt een syntheserapport toegevoegd wat de leerprestaties weergeeft van het volledige schooljaar.                                                                            
Zij bieden het thuis ter ondertekening aan en geven het na het weekend terug af in de klas. Alle rapporten blijven steeds in het voorziene kaftje steken en worden jaar na jaar aangevuld.  
Indien nodig wordt er meer tijd  gegeven om het rapport terug in te leveren. (tot het tweede weekend nadat ze werden verdeeld)
 
In de lagere school:
We willen geen resultaten van leerlingen vergelijken. Om die reden worden er geen percenten gegeven.
 
De mediaan van een vak wordt wel gegeven.   Zo krijg je zicht op de punten van uw kind, binnen de klasgroep en voor dat vak.  De mediaan geeft de score van de middelste leerling, op één vak.  Om de mediaan te bepalen, staan voor een vak de leerlingen geordend volgens hun punten, van laag naar hoog.   De mediaan is slechts één ijkpunt in de beoordeling van het door de individuele leerling behaalde cijfer.
 
Op het rapport zijn bij alle vakken de verschillende toetsen en/of onderdelen zichtbaar. Ze worden vaak ook voorzien van een korte feedback naar het kind/de ouders toe. Eventuele aanpassingen, gebruikte hulpmiddelen, … krijgen hier ook een vermelding. Dit om een zo goed mogelijk beeld te geven over de manier waarop de punten behaald werden.
Zijn inzet is de tweede pijler en die linken we aan zijn mogelijkheden.
We maken een verschil tussen een toevallig slecht/laag cijfer (éénmalig) en blijvend lage cijfers voor een vak.  
 
Om het rapport goed te lezen en om de prestatie van je kind naar waarde te schatten, moet je op de hoogte zijn van de mogelijkheden van je kind en van de wijze van invulling.
De commentaren van de leerkracht, zorgleerkracht op het rapport zijn een belangrijke aanvulling en geven vaak de sterktes en de groeikansen weer voor de leerling. Deze zijn ook onderwerp van gesprek tijdens de kindgesprekken.
 
       Rapportbespreking:
Voor de kerstvakantie en met het aprilrapport is er de gelegenheid tot bespreking van het rapport, tijdens een individueel oudercontact.   In het eerste leerjaar geeft het eerste rapport (eind oktober) aanleiding tot een individueel oudercontact. In het zesde leerjaar is er op het einde van het tweede trimester, omwille van schoolkeuze/-bezoek secundair onderwijs, een individueel oudercontact.
In de loop van het schooljaar neemt de school contact met de ouders als daar nood aan is.  
De ouders zijn vrij om een gesprek aan te vragen als zij daar nood aan hebben. Dit kan via de klasleerkracht.       
                  
       Functie van het rapport:
Het rapport is de neerslag van de leerevolutie van één periode.   De klassenraad neemt het als leidraad om de resultaten te evalueren. 
We hechten veel belang aan zelfevaluatie en willen dat het rapport aan de leerling een goed beeld geeft van de successen en de groeikansen/uitdagingen. Zo kan de leerling voor zichzelf nieuwe leerdoelen stellen voor de volgende periode
 
       Vormelijke aspecten:
Punten:
De punten verwijzen naar het resultaat van je kind op de toetsing van een afgewerkte leerstofeenheid.  
Gezichtjes:
De gezichtjes waarderen de leefhouding:   
breed lachend = heel goed, lachend = goed, neutraal = voldoende en treurend = onvoldoende.
LOVS:
Het LOVS is een LeesOnderwijsVolgSysteem. Hiermee peilen we naar de leesvaardigheid (in januari en in juni) van onze leerlingen. Het resultaat hiervan rapporteren we op rapport 3 en rapport 5 in de vorm van de nieuwe AVI-scores.
 
Commentaar leerkracht:
Woorden zeggen vaak meer dan punten. Daarom maken onze leerkrachten er werk van om bij elk rapport de evolutie, vorderingen en aandachtspunten te formuleren.
De commentaren van de leerkracht, zorgleerkracht op het rapport zijn een belangrijke aanvulling en geven vaak de sterktes en de aandachtspunten weer voor de leerling. Deze punten zijn ook onderwerp van gesprek tijdens de kindgesprekken
Wanneer een leerling bepaalde aanpassingen geniet, zal dit bij de verschillende vakonderdelen op het rapport verwoord worden.
 
           Rapportering lichamelijke opvoeding:
 
Op twee momenten in het schooljaar wordt een rapportering voor lichamelijke opvoeding voorzien: januari en juni. Het ‘sportfolio’ is een volledig losstaand werkdocument.
We trachten hierin zo concreet mogelijk weer te geven welke onderwerpen/vaardigheden aan bod kwamen. De onderdelen die werden geëvalueerd worden in beeld gebracht voor de kinderen.
We voorzien ook onderdelen voor zelfevaluatie door het kind zodat hij/zij kan terugblikken en eigen doelen kan stellen om op motorisch vlak en in attitudes verder te groeien.